De Romaanse kerk

In 1047 liet graaf Lambert II van Leuven een Romaanse kerk bouwen op een heuvel waar een klein kerkhof was. De kerk was kleiner dan de huidige Kathedraal en was ook gewijd aan de aartsengel Sint-Michaël, de beschermer van de stad Brussel.

Archeologische opgravingen hebben de fundamenten van deze Romaanse kerk en de crypte blootgelegd, waarin de sarcofaag van hertog Jan II van Brabant, die in 1312 stierf, is opgeborgen.

Deze eerste kerk, toevertrouwd aan een college van 12 kanunniken, kreeg de titel van collegiale kerk.

Om pelgrims aan te trekken liet graaf Lambert II van Leuven de relikwieën van de heilige Goedele, die in de kapel van Saint-Géry in de benedenstad lagen, naar hier overbrengen.

Het gebouw kreeg toen officieel de naam Collegiale kerk van Sint-Michiel en Sint-Goedele.

Pas in 1962 kreeg het de status van Kathedraal en werd het onder het gezag van het aartsbisdom Mechelen-Brussel geplaatst.

Alle kathedralen staan onder het gezag van een bisschop, die er zijn zetel heeft, de kathedra genoemd. Deze zetel bevindt zich in het koor van onze kathedraal.